Verslag WTC Boekel; Zomerdagtocht
maandag 21 juli 2025 door WTC Boekel

Wat een prachtig fietsweer werd er beloofd door het KNMI in de Bilt. Zwakke West tot Noord- Westen wind, 14 tot 24 graden Celsius, droog en zonnig met mogelijk wat wolkenvelden. Ideaal weer voor onze Zomerdagtocht. Onze rit van vandaag bracht ons voor de middag noordwaarts met als keerpunt de nieuwe Prinsenweg in Putten. Dat betekende dus dat we op de terugweg de wind overwegend mee zouden hebben.
Van de +/- twaalf vaste deelnemers aan onze zomerdagtocht stonden elf deelnemers op de lijst. Jeri Vesters ontbrak hierbij doordat hij nog steeds niet hersteld is van zijn, vorig jaar in augustus, opgelopen blessure. Tiny van der Burgt melde zich enkele dagen voor het vertrek af vanwege een opgelopen infectie tijdens zijn vakantie en was onvoldoende hersteld voor deze (op papier) 245 kilometer. Zo waren er nog tien deelnemers die om 06.25 uur klaar stonden voor onze ZDT 2025. Het is niet de eerste keer dat we de Gelderse streken bezoeken en ook de Veluwe is niet nieuw maar ik ben er toch in geslaagd om een rit uit te zetten over en door plaatsen, wegen en paden waar we nog niet eerder geweest zijn. Zoals bijvoorbeeld fietspaden door de Maashorst en het fietspad langs de maashaven bij Vissers/ Ploegmakers in Oss, maar ook de provincie Gelderland kent vele wegen en paden die het mogelijk maakten om er een nieuwe gevarieerde rit van te maken.
De aanloop naar Gelderland liep dus door de Maashorst naar Berghem en noordelijk van Oss naar Macharen voor de oversteek van de Maas naar Maasbommel. Net voor het veer werd Arno verrast door een lekke voorband.
Zijn fiets moest dus aan boord gedragen worden terwijl hij tijdens de oversteek kon beginnen aan het wisselen van de band welke reparatie aan de overkant voltooid kon worden voor het vervolgen van de rit. Later zou blijken dat dit de enige lekke band voor vandaag zou zijn. Bij Beneden Leeuwen werd de Waal overgestoken over de Willem Alexander brug en vervolgens door het polderlandschap naar Lienden om, na het passeren van het dorp daar rechts aan te houden naar Rhenen. Ook in Rhenen waren we al eens eerder. Zowel linksom richting Amerongen als rechtsom over de Grebbeberg. Nu reden we een stukje door de stad naar de achterzijde van de Grebbeberg. Hier hebben we de mooie glooiende wegen en paden op de flanken van de Grebbeberg (op de kaart aangeduid als de Laarsenberg) door de bossen gevolgd richting Veenendaal. Een kilometertje na Laareind draaiden we linksaf het fietspad op langs de Grift. Ruim zeven kilometer fietspad over de oever van de Grift (ook Valleikanaal genaamd). Een prachtig fietspad met rechts uitzicht over het water en links een hoge tegen de wind beschutting biedende rietkraag. De oplettende fietser hoort en ziet hier diverse water- en zangvogels die hier dankbaar gebruik van maken. Wij, oplettende fietsers, genoten toch vooral van het goede fietspad en uitzicht over het water. Voorbij Veenendaal passeerden we de A 12 en even later over het spoor linksaf naar “de Klomp”. Een plaatsje van niks maar WEL met een station en een fietspad langs het spoor met de toepasselijke naam; ”Klompersteeg”.
Inmiddels tegen de 80 kilometer op de teller werd er koers gezet naar Ederveen waar we bij bakker Voorthuizen zouden pauzeren. Volgens een richtingwijzer zou Ederveen nog één kilometer zijn maar onze navigator Petro reed rechtdoor richting Renswoude om zo om Ederveen heen te rijden. Wij (ik) vreesde al op die manier de gereserveerde pauzeplaats te missen. Ik was vergeten het adres aan Petro door te geven en stond derhalve niet in de navigatie. Gelukkig voerde de route (zij het via een korte omweg) toch door Ederveen al moesten we nu even uitzoeken waar de bakker zich bevond. De koffie en het gebak die, na 83 kilometer op de teller door de vriendelijke gastvrouw geserveerd werd smaakte voortreffelijk en konden we ons opmaken voor de volgende 60 kilometer.
Het was in de bakkerij, waar we onze bidons bij konden vullen, wel even opletten voor valpartijen op de spekgladde vloer. Menigeen maakte een vervaarlijke schuiver maar we hielden het recht. Dat kon enkele kilometers verderop door mij (Toon) niet gezegd worden. Wat gebeurde er!!. Volgens mij was het op de Postweg richting Lunteren dat een hovenier, met zijn kettingzaag boven in zijn hoogwerker staande, bomen aan het snoeien was en ons de weg versperde. Door de berm laverend passeerden wij deze machine en dat ging bijna goed. Bij het weer opdraaien van de weg versperde een dikke afgezaagde tak mij alsnog de weg. Een zachte landing in de berm en met een kleine schuiver belande ik in de, gelukkig, droogstaande sloot. Nog voordat Will in de gelegenheid was hier een foto van te maken stond ik zonder kleer- of andere scheuren alweer klaar om onze weg te vervolgen.
In Lunteren was het even wachten op de trein. Het betreft hier een dubbele spoorwegovergang en geheel volgens de regels staat hier een groot bord met “Wacht tot het rode licht gedoofd is, er kan nog een trein komen.” Laat dat nu het geval zijn. Alleen Gerard was iets TE vroeg met het inklikken voor de oversteek met (tot ergernis van Will) een lichte buiteling op de klinkers. Gelukkig ook hier geen foto, kleer- of andere scheuren. Na het oversteken van het spoor in Lunteren kwamen we in de bossen en heidevelden van de Veluwezoom waar ik de naam van deze tocht aan ontleent heb. Volgens mijn landkaart bevindt zich hier (op de Lunterse heide) het middelpunt van Nederland. (ik kon niet nalaten om dit na te meten en….. het klopt. Als je tenminste het middelpunt van de noord- zuid lijn pakt van Ameland naar Maastricht en in het midden haaks hierop de lijn, even boven Leiden over Apeldoorn naar de Duitse grens. Zou je de diagonalen nemen Eemshaven – Cadzand en Texel – Vaals dan ligt het middelpunt zo’n beetje tussen Almere en Lelystad.) Niet dat dit ons iets uitmaakte, wij vervolgden onze weg naar Kootwijkerbroek en Stroe. Dit gedeelte van een kilometer of tien is een open landschap over rustige autoluwe wegen. Regelmatig werd er gewisseld van koppositie door vooral Petro, Ronnie, Arno en Gerard zodat ook de plaatsen hierachter van plaats wisselden en er ook nog wat gebuurd en bijgepraat kon worden.
Na het passeren van de A1 reden we boswachterij Garderen binnen en bleven meer dan 12 kilometer in deze, het Sprielder- en Speulderbos. Over verharde fietspaden, regelmatig afgewisseld met wat gravelstroken.
In het Speulderbos bereikte we ons keerpunt van deze rit. Midden in het bos, bij knooppunt 56 werd linksaf koers gezet naar Krachtighuizen en Veenhuizerveld waarmee we het bosgebied, behorende bij de Veluwe achter ons hadden.
Hoe stond het inmiddels met de wind? Er was ons immers een naar het Noord- Westen draaiende wind beloofd. Voor ons gevoel was het toch meer een Westenwind toen we over de gravelpaden van de Appelseheide en door het plaatsje Appel naar Zwartebroek en Terschuur reden.
De temperatuur was naar mijn gevoel wel naar wat ons beloofd was.
Omdat we nu weer in een bosrijke omgeving reden was het zeker aangenaam fietsweer al werd het met zo’n 24 graden aan de warme kant. Halverwege Terschuur en Achterveld volgden we de Stoutenburgerweg welke hier de grens vormt tussen Gelderland en Utrecht. We reden nu in de provincie Utrecht en zouden daar tot Wijk bij Duurstede blijven. Aangekomen bij Achterveld zijn we een klein stukje van de route afgeweken om zo bij restaurant “nog Eentje” aan te komen voor onze lunchpauze. Na 140 kilometer zo rond half één stalden we onze stalen/ aluminium/ carbon of titanium ros en konden we op het, voor ons gereserveerde terras, plaatsnemen voor een uitgebreidere rust en lunch. De waardin had voor ons een keuzemenuutje gemaakt waar een ieder iets voor zijn gading kon vinden. Gesterkt en gelaafd stapten we na zo’n drie kwartiertjes weer op onze fiets met nog ruim honderd kilometer te gaan.
Ook nu reden we voornamelijk over rustige buitenwegen in een open landschap met hier en daar wat boerderijen met uitzicht over landerijen, soms afgewisseld met kleine bosschages. Bij Den Treek, een gehucht onder Leusden, kwamen we weer in de bossen en op de Leusderheide in aanloop naar de Utrechtse heuvelrug. De piramide van Austerlitz hadden we hierbij aan onze linkerkant al zullen weinigen van ons zich dat gerealiseerd, laat staan gezien hebben. Eerlijk gezegd, ik ook niet. Tot Doorn zouden we in de bossen van de Utrechtseheuvelrug blijven, gebruik makend van rustige wegen en fietspaden. In Doorn was het wel wat passen, meten en slingeren om door het centrum en de woonwijken te komen en daarmee ook de Utrechtse heuvelrug te verlaten om koers te zetten naar Wijk bij Duurstede.
Vanaf hier hadden we de wind in de rug omdat we nu voornamelijk naar het zuiden/ zuidoosten zouden rijden. In Wijk bij Duurstede kwamen we aan het fietsveer om de Neder-Rijn over te steken en daarmee waren we ook weer terug in de provincie Gelderland. Tot aan de Linge reden we nu door de Betuwe. Een kleine twee kilometer verder bij Rijswijk volgde de oversteek van het Amsterdam Rijnkanaal. Omdat we hier voor een slagboom kwamen vroegen we ons even af of we hier wel door konden. Het blijkt dat deze oversteek over de sluis voornamelijk of alleen toegankelijk is voor fietsers en voetgangers. En zo kwamen we na enkele kilometers in het plaatsje Buren. Waarom ik dit zo expliciet vermeld? Wel, Buren is een vestingstadje dat in 1395 zijn stadsrechten kreeg en in de vorige eeuw geheel gerestaureerd is. Daarnaast mag Buren zich Oranjestad noemen, vanwege de band met de Koninklijke familie. Willem van Oranje trouwde er in 1551 in de sint Lambertuskerk met Anna van Buren. Prinses Beatrix en Koning Willem Alexander zijn hierdoor gravin en graaf van Buren. De korenmolen op de wallen draagt dan ook de toepasselijke naam De Prins van Oranje. In het Oude Raadhuis op de Markt bevindt zich het museum “Buren & Oranje” De Oranjes gebruiken soms de schuilnaam van Buren als ze incognito willen zijn. Dat gebeurde onder meer bij de Elfstedentocht van 1986, waaraan Willem-Alexander meedeed onder de naam W. A. van Buren. En daarmee is Buren wereldberoemd in Buren en omgeving.
Na dit stukje geschiedenis en een rondje over de klinkers langs het voormalig weeshuis (waar nu het marechaussee museum gevestigd is) steken we bij de stadspoort het riviertje de Korne over en gaan we verder met het verslag van deze tocht.
We hadden er nu zo’n 190 kilometer opzitten en zo te zien zat iedereen er best nog fris bij. Alhoewel, ik zelf voelde dat niet zo, en had wel wat moeite om het tempo te volgen. Niet dat er te hard gereden werd, het lag duidelijk aan mij. Afijn ik kon blijven volgen en de volgende drinkpauze was niet ver meer en we hadden de wind redelijk mee. Bij Kapel Avezaath werd de Linge overgestoken en reden we de Tielerwaard in naar Waddenooijen en Ophemert. Een kilometertje of drie verder stonden we bij Varik op de kade van de Waal voor de oversteek per fietspondje naar Heerewaarden. Het pondje liet even op zich wachten en onderwijl werd er druk gebuurd met enkele campergasten die op deze plaats neergestreken waren en zaten te genieten van de zon en het uitzicht over de Waal. Zij konden zich duidelijk geen voorstelling maken van onze rit en dat wij konden genieten van een dagje fietsen waar we op dat moment al 200 kilometer achter de rug hadden en met nog 50 kilometer te gaan. Een bord bij het fietspondje vermelde dat er slechts plaats zou zijn voor 9 fietsen/personen. Toch lukte het om onze ranke fietsjes allemaal een plaatsje te geven en dat wij zelf er ook nog bij konden. Betalen zou alleen met pinpas kunnen. Nou kon ik dat niet en ik wilde er ook niemand mee Lastig vallen zodat de veerman zich toch genoodzaakt voelde om mijn contanten in ontvangst te nemen. Schommelend maar veilig en wel kwamen we aan de overkant en na de fietsen uit de knoop gehaald te hebben konden we de rit vervolgen naar het volgende pondje wat enkele kilometers verder bij Heerewaarden voor ons klaar zou moeten liggen. Voor het zover was hadden we eerst nog nabij Heerewaarden bij een restaurant op de oever van de Maas een drinkpauze ingelast. Had je voorheen hier een goed uitzicht over de rivier…nu werd door dijkverzwaringen het zicht hierop volledig belemmerd en zag je enkel nog dijk… en doordat er nog gewerkt werd moesten we ook nog een stukje omrijden.
Bij de afvaartplaats van het pondje was er helaas, aan deze kant, geen pondje te bekennen. Een bord deelde ons mede dat bij afwezigheid van de veerman men deze kon bellen. Zo gezegd zo gedaan en hij zou met een kwartiertje ons kunnen komen ophalen voor de oversteek. Na enkele minuten overleg kon ik hem opnieuw bellen en bedanken voor de moeite omdat we besloten om een stukje om te rijden om zo bij het veer van Lith te komen. Tijdens deze (ongeveer) 6 kilometer begonnen mijn ingewanden op te spelen. Had ik tot na de pauze in Heerewaarden nog nergens last van. Nu moest er toch nog een sanitaire stop komen en liefst zo snel mogelijk. Toch zouden we eerst de Maas over moeten voordat Hertog Jan van Brabant in Lith de nodige verlichting zou brengen. De rest moest even geduldig wachten maar deze stop bracht mij zoveel verlichting en energie dat het restant van deze rit (voor mij) een peulenschil werd. Met de wind in de rug werden de polders van het Maasland doorkruist en na Geffen vormden de wegen door de Meijerij over Vinkel, Loosbroek en Vorstenbosch ook geen probleem zodat we even voor zeven uur weer terug waren in Boekel. Na een snelle verfrissende douche waren we om goed acht uur weer bij elkaar voor het afsluitende Chinees buffet bij de Rode Lampion. Alleen Ronnie was hier niet bij vanwege sociale verplichtingen in de vorm van een verjaardagsfeest van zijn schoonmoeder waar hij als gastheer moest optreden.
Gelukkig konden we dit jaar wel met een goed gevoel terugkijken op een geslaagde dag die zonder noemenswaardige incidenten verlopen is. Goed fietsweer, een gezellig clubje en een mooie rit van 258 kilometer op de teller maakte er een mooie dag van.
Deelnemers; Adrie Beekmans, Gerard en Willemien Coppens, Petro van Dommelen, Frans van Dongen, Ronnie van Deursen, Toon Hanegraaf, Hans van Heeswijk, Mario van Sleeuwen en Arno Zomers