Jeanne van Eert, ’n half jaar wethouder

Op 29 september stelde Henri Willems bestuur en fractie van Gemeenschapsbelang Venhorst-Boekel op de hoogte van zijn voorgenomen besluit om te stoppen als wethouder, een begrijpelijke beslissing met de nodige gevolgen.

Een nieuwe wethouder moest er komen, en snel, de politiek wacht niet. Een vergadering werd belegd en Jeanne van Eert, fractievoorzitter van Gemeenschapsbelang stak haar ambitie niet onder stoelen of banken, zij stelde zich kandidaat en dit werd met unanieme stemmen aanvaard!

14 mei j.l. had Jeanne het eerste halfjaar als wethouder achter de rug, een goed moment om te horen hoe ze hierop terugkijkt.

“Het eerste halfjaar is voorbijgevlogen en met veel plezier blik ik terug. In deze maanden heb ik veel mensen gesproken met uiteenlopende vragen en behoeften. Er is geen enkele dag hetzelfde en daar geniet ik iedere dag van.  Het gaat van een keukentafelgesprek tot aan een regionaal overleg met collega wethouders en alles wat er tussen zit. Van kerstconcerten, nieuwjaarsrecepties, het winterfestijn in Venhorst, tot aan alle carnavalsactiviteiten en diverse werkbezoeken. Ik voel mij zeer vereerd dat ik wethouder mag zijn voor zoveel inwoners die, al dan niet in verenigingsverband, betrokken zijn bij onze gemeenschap en hun schouders eronder zetten. Als raadslid wist ik dat natuurlijk al, maar vanuit mijn rol als wethouder zie ik nog beter hoe dit wordt ingevuld.

Dat geldt ook voor het vele werk dat onze ambtenaren verzetten. Zij schakelen dagelijks op de vragen vanuit de gemeenschap en tegelijkertijd werken ze hard om het gemeentebestuur op alle vlakken te adviseren en te ondersteunen. En ik kan u zeggen dat er in een groeiende gemeente waar veel gebouwd wordt, er zich veel vraagstukken gelijktijdig aandienen en ingevuld moeten worden. Zij zijn onmisbaar voor het  behoud van onze zeer gekoesterde zelfstandigheid.   

Na 14 jaar raadslid was ik bekend met hoe het gemeentebestuur werkt en wat er bij komt kijken. In mijn rol als wethouder zijn de dilemma’s waarmee je als gemeentebestuur in aanraking komt eerder zichtbaar. We staan bekend als een gemeente waar veel kan, maar dat betekent niet dat alles onbeperkt en onbegrensd is. We hebben meer wensen dan geld, meer behoefte aan ruimte dan er is en ga zo maar door.  Mijn inzet is dat hierover het gesprek kan worden gevoerd met inwoners, belanghebbenden, gemeenteraad, College en ambtelijke organisatie.  Ik vertrouw hierbij op het nuchtere verstand van alle betrokkenen waarbij realisme de boventoon voert om samen het goede te doen. Met de eerste zes maanden achter de rug, kijk ik vol vertrouwen uit naar de toekomst”.