Harry Penninx (93): van Zuid-Afrika tot Boekel, een leven van toewijding
woensdag 2 april 2025 door Redactie inBoekel

“Monument: dank én aansporing voor jeugd”
Door Riky en Jan Meulemeesters
Als alles goed gaat, onthult oud-missionaris Harry Penninx (93) samen met twee andere ex-missionarissen het missiemonument in Boekel op 8 juni, Pinksteren, en zal de mis eraan vooraf concelebreren. Over het monument zegt hij: “Ik zie het monument in Boekel voor de ten minste 44 missionarissen als dank voor wat we gedaan hebben én als aansporing voor de jeugd om iets soortgelijks te doen.”
Harry beschrijft zijn leven als iets vanzelfsprekends, iets natuurlijks. “Thuis hadden we een boerderij, dus als kind werkten we keihard mee. Met klasgenoten Cor Peters en Jan van Doren gingen we naar de Latijnse school in Gemert als begin van de priesteropleiding. Een oom en een neef waren Dominicaan, dus werd ik ook lid van die orde.” Maar waarom Zuid-Afrika? “Ik weet het nog goed. Op paaszondag riep de overste me. We hadden gedacht: Zuid-Afrika. Je hoeft er niet meer over na te denken, dat hebben wij al gedaan. Vanmiddag krijg je vrij om het je ouders te vertellen.”
Harry werd naar Oxford gestuurd om zijn Engels te verbeteren. En op Sinterklaasdag 1959 naar Amsterdam, voor drie weken met een vrachtschip, de ’Arendskerk’, naar Kaapstad. “Van IJmuiden tot Las Palmas was ik zeeziek. Op bed met slappe thee. Zo kwam ik in de apartheid terecht. Blanken, Indiërs, Chinezen en de tien stammen apart. Je kon niet in je eigen parochie wonen, werd tegengewerkt, bespioneerd.”
Trots laat hij foto’s zien van de vier kerken die hij in Zuid-Afrika bouwde. “In Kroonstad kwam de grootste: voor 1000 mensen. Elke zondag vol. Plus een gemeenschapshuis, Nia Domo geheten, hetzelfde als in Boekel.” In 1992-93 kwam Nelson Mandela aan de macht. “Ik heb hem nog de hand geschud. Knap zoals hij de overgang vreedzaam hield. Sommigen gingen erop vooruit. Maar de stammentegenstellingen bleven. Vooral Zoeloes tegen Xhosa’s. Negen stamtalen werden zelfs officieel. Als je een paspoort wilde, vroegen ze: In welke taal?”
De armoede bleef groot. “Ik ben een keer aangevallen door een man met een schroevendraaier, die geld wilde. Ik werd verwond, maar kon op tijd de deur dichtgooien. Rijken wonen achter prikkeldraad en hoge omheiningen; in feite in zelfgebouwde gevangenissen.”
In 2008 kwam Harry terug. In 2013 werd hij twee termijnen van drie jaar rector prior van de Dominicanen in Berg en Dal. Nu leeft hij nog met acht Dominicanen in een seniorenflat in Nijmegen.
Je ziet er nog gezond uit. “In 1992 kreeg ik zes omleidingen om mijn hart na een mislukte dottering. Daarna nog tweemaal omleidingen. In 2006 werd ik geopereerd aan een aneurysma. In 2012 vonden twee oude dames me bij het hondje uitlaten op straat. Ze belden meteen 112. In het Radboudziekenhuis werd ik eerst in coma gehouden.”
Met vaste hand schenkt hij koffie in. “Zijn jullie met de fiets? Goed, hoor. Goede reis.”